Na een jarenlange zoektocht kwam Sem enkele jaren geleden voor de eerste keer in contact met de term ‘non-binair’ en vielen voor hun de puzzelstukjes in elkaar. Een struggle met de sterk christelijke opvoeding en het taboe rond genderbeleving zorgden voor een moeilijk pad. Vandaag is Sem de stem van zoveel anderen.
Bekijk de hele story
Bekijk de story in verschillende parts
Part 1: Wie ben ik eigenlijk?
“Ik was de enige in mijn klas die al borsten had op 9 jaar. Ik wou dat totaal niet. Ik vond dat enorm ongemakkelijk.”
Ik ben een adoptiekindje uit India. Toen ik 13 maand was, ben ik naar België gekomen. Ik had een onbezonnen kindertijd en mocht alles doen. Mijn ouders woonden in een boerderij in een afgelegen dorpje. Als kind speelde ik veel buiten. Eigenlijk kreeg ik de volledige vrijheid. In mijn kindertijd heb ik mezelf nooit veel vragen gesteld zoals ‘wie ben ik?’, ‘hoe voel ik mij?’.
Tot ik 9 jaar was, toen kwam ik al in de pubertijd. Ik was daar heel vroeg in. Ik was 9 jaar toen ik al borsten begon te krijgen. Dat was het eerste moment in mijn leven dat ik niet wist wat er met mijn lichaam gebeurde. Er waren veranderingen die ik nog nooit gemerkt had. Ik was altijd heel comfortabel met mijn lichaam vóór er borsten waren. Ik was de enige in mijn klas die al borsten had. Ik wou dat totaal niet. Ik vond dat enorm ongemakkelijk. Ik wou in mijn bloot bovenlijf lopen, zonder een bikini.
“Ik kom uit een heel streng, christelijk gezin. Daar moest je zeker niet beginnen over trans personen. Zeker niet over een trans persoon die iets aan hun lichaam verandert, dan ga je naar de hel.”
Ik kom uit een heel streng, christelijk gezin. Mijn ouders zijn evangelisch christenen. Bij ons was dat altijd een heel groot taboe. Er werd nooit over gesproken. God heeft man & vrouw gemaakt, de man/vrouw relatie. Je leert elkaar kennen, trouwt en daarna heb je pas seks. Ik ben opgegroeid met dat idee. Dan moest je zeker niet beginnen over trans personen. Zeker iet over een trans persoon die iets aan hun lichaam verandert, dan ging je naar de hel. Dat was een thema waar niet over gesproken werd. Met die gedachte zat ik ook al: ik kan er niet met mijn ouders over praten. Ik ken hun standpunt, ik ken hun mening. Ik was toen wel op zoek op internet naar wat lesbisch betekent. Ben ik misschien lesbisch? Zijn er organisaties? Ik kwam uit een boerengat. Er was, bij wijze van spreken, de kerktoren, de bakker en een apotheek.
Ik weet nog dat ik eens ‘bij een vriendin blijven slapen’ als smoesje had gebruikt om naar een holibi-organisatie te gaan. Die organiseerden praatavonden en café-bijeenkomsten. Ik ging er naartoe om mensen te leren kennen met dezelfde interesses. Ik was toen – tussen haakjes – al redelijk oud, als ik uit de kast kwam. Mijn vrienden op school die wisten dat al allemaal. Ik was nooit het girl-type. Ik voetbalde, skatete. Dus mijn omgeving wist dat wel. Misschien had ik daarom gewacht tot mijn 21ste.
Mijn grootouders zijn zo nice. Ik had er altijd een goede band mee. Het waren de eersten bij wie ik uit de kast kwam. Mijn oma vroeg altijd: “wanneer ga je eens een vriendje meenemen naar huis”? En mijn opa zei tussen de soep en de patatten: “of een vriendinnetje, dat is ook goed”. Bij mij is dat echt blijven hangen. Toen wist ik dat mijn grootouders er wel open voor zijn. Zij kennen ook de situatie met mijn ouders en wisten dat het niet gemakkelijk zou zijn het hen te vertellen. Mijn grootouders hebben mij daar enorm in gesupport. Moest ik hen niet gehad hebben…
“Ik had wel altijd het gevoel dat ik niet 100% mezelf kon zijn. De relatie met mijn ouders is altijd goed geweest, zolang er niet over de thema’s ‘gender’ en ‘religie’ gepraat werd.”
Op een dag heb toch mijn moed bij elkaar geraapt, ik was toen 21, en hen gevraagd bij ons thuis om te gaan zitten; “ik moet iets vertellen”. Ik denk dat ze dat, zonder dat ze het willen toegeven, ergens wel zagen aankomen. Ik zei: “ik val op vrouwen, ik ben lesbisch”. Mijn papa zat daar als een standbeeld, er kwam geen emotie uit. Die zat daar te luisteren, mijn mama begon direct te wenen en ik natuurlijk ook. Ik was zo blij. Dat was een pak van mijn hart. Het was eruit. Er is daarna niet echt meer over gesproken. Ik vond dat ok. Ik leef mijn leven, jullie dat van jullie. Hun geloof staat nog steeds op de eerste plaats, met hun normen en waarden op dat moment.
Ik had toen een liefje. Zij is wel mee mogen gaan naar huis. Daar ben ik zeer dankbaar voor. Maar we mochten zeker niet in het zicht hand-in-hand lopen. Het klinkt wat grappig, maar ze waren bang dat ik één van mijn zussen lesbisch zou maken. Ik had wel altijd het gevoel dat ik niet 100% mezelf kon zijn. De relatie met mijn ouders is altijd goed geweest, zolang er niet over de thema’s ‘gender’ en ‘religie’ gepraat werd. Het is wel hard om te zeggen maar ik voelde mij langs de ene kant wel getolereerd maar niet geaccepteerd. Ik hoop dat iemand dat gevoel moet meemaken. Da’s echt kak.
“Voor het eerst kon ik over dingen praten waar ik thuis nooit kon over spreken.”
Ik was dan ook blij dat ik iets ouder werd en met de trein naar Gent kon. Ik ging veel naar Gent en woon er nu ook. De sfeer is er veel meer openminded. De moment dat ik in Gent kwam wonen, dat was een wereld die open ging. Ik heb mensen ontmoet die ik anders nooit zou ontmoet hebben. Iedereen is openminded. Voor het eerst kon ik over dingen praten waar ik thuis nooit kon over spreken. Voorbeeld over seksualtiteit. Ook over religie en geloof maar op een totaal andere manier. Op een manier die niet zo veroordelend is.
Part 2: Alle puzzelstukjes vielen samen
“Ik wilde geen man zijn, ik wilde ook niet vrouw zijn, maar ik had daar geen woord voor.”
Op een avond zat ik op Facebook en ik zag een evenement staan van Gender Spectrum. Die naam sprak me onmiddellijk aan. Ik scrolde naar beneden en had een mindblowing moment. Dat was zo een ervaring. Ik zag de definitie van non-binair staan en dat was alles waar ik van mijn 9de tot mijn 24ste al mee was bezig geweest. Alles viel toen samen. De definitie van non-binair: je voelt je niet man, ook niet vrouw, maar iets er tussenin was hoe ik me al altijd had gevoeld. Eigenlijk was ik wel blij met mijn lichaam. Ik wilde geen man zijn, ik wilde ook niet vrouw zijn, maar ik had daar geen woord voor. Het woord non-binair bestaat nog niet zo lang, ik denk een jaar of 7 of 8. Dus er was geen term.
“Ik zag de definitie van non-binair staan en dat was alles waar ik van mijn 9de tot mijn 24ste mee was bezig geweest. Alles viel toen samen.”
Ik ben daar naartoe gegaan en kende letterlijk niemand. Ik heb die avond heel veel mensen gesproken en heb zoveel bijgeleerd. Uiteindelijk ben ik ook als vrijwilliger aan de slag gegaan bij Gender Spectrum. Dat is zo een toffe groep. Het was voor het eerst in mijn leven dat ik zo een groep had waar ik mij thuis kon voelen. Het is natuurlijk niet zo dat wanneer je zo een groep vindt, al je problemen opgelost zijn. Dat was nog altijd een struggle. Ik voelde me daar meer op mijn gemak, meer thuis, meer wie ik ben. Hoe meer ik mij in Gent thuis begon te voelen, hoe vreemder dat ik me tegenover mijn ouders voelde.
“Dat gevoel was zodanig erg dat ik zelf niet in een spiegel kon kijken. In spiegels kijken was voor mij een walging.”
Door gesprekken met mensen ben ik erachter gekomen dat er in het UZ Gent een genderafdeling is. Ik wist door mijn christelijke achtergrond niet dat dat mogelijk was. Je hebt de mogelijkheid om daar in gesprek te gaan met psychologen en om eventueel een borstverwijdering te laten doen. Ik had al laten vallen dat ik gelukkig was in mijn lichaam maar die borsten…
Dat gevoel was zodanig erg dat ik zelf niet in een spiegel kon kijken. In spiegels kijken was voor mij een walging. Mijn gezicht, fine, maar dat bovenlijf, neen. Uiteindelijk heb ik, na 2 jaar, de stap gezet. Ik belde naar het UZ. Eerst word je op een wachtlijst geplaatst voor een gesprek met een psycholoog. Dat was 9 maanden wachten. Dat lijkt lang, maar nu zijn de wachttijden 2,5 jaar of soms 3 jaar. Het is onmenselijk dat je zo lang moet wachten.
“Langs de ene kant was ik zo blij dat ik die stap had gezet. Het was iets dat ik kon vertellen in mijn vriendengroep, maar niet thuis. Mijn ouders wisten totaal niet waar ik mee bezig was.”
Uiteindelijk kwam het goede nieuws in september. Ik mocht toen voor de 1ste keer op gesprek bij de psycholoog. Ik kreeg die brieven in mijn brievenbus. Het was precies mijn verjaardag. Ik heb er bij die mens alles uitgesmeten. Alle frustraties, alle vragen die ik had. Ik wist na het 1ste gesprek bij de psycholoog dat ik het ooit aan mijn ouders moest vertellen. Ik verzwijg niet graag iets. Ik ben 3 keer naar de psycholoog gegaan en heb toen, in samenspraak met hem, beslist mijn ouders in het ziekenhuis uit te nodigen. Bij mij was er een achterliggende gedachte: ze kunnen daar niet weglopen als ze kwaad zijn.
Part 3: Je bent bezeten door de duivel
Op een zeer warme dag, het was 35 graden, zei ik: “op die dag, op dat uur, op dat adres”. Het eerste dat mijn vader vroeg was of ik kanker had, of ernstig ziek was. Mijn hart ging tekeer en alle emoties, alles wat je maar kan denken, gingen door mijn hoofd. Alle scenario’s: ze gaan kwaad zijn, verdietig.
Dat moment breekt aan. Ik ga het nooit vergeten. Mijn ouders kwamen binnen en ik denk dat ze het ergens misschien wel wisten. Als je uit de lift komt, hangt er een groot plakkaat: gender en seksualiteit. Je kan er niet naast kijken. Dat gesprek duurde een uurtje. En ik heb er mijn verhaal gedaan, voor mijn ouders. En ik weet nog dat mijn ouders er op dat moment vrij chill mee omgegaan zijn. Ze hebben veel vragen gesteld en waren vooral heel bezorgd. Vragen als: “waarom?”, “wat gaat er gebeuren?”, “stel dat dat mislukt?”.
“Voor de operatie kreeg ik een SMS van mijn familie waar er letterlijk in stond: “je bent bezeten door de duivel”.”
Er is nooit een breuk geweest met mijn ouders maar ik merkte wel dat ze het er moeilijk mee hadden. Een paar maand later heb ik de operatie gehad. Voor de operatie hield ik een groot feest, de ‘bye bye tit party’. Voor mij was dat een mijlpaal in mijn leven. Ik wilde dat vieren. 2 dagen na de ‘bye bye tit party’ was de operatie. Dat was het moeilijkste en eenzaamste moment in mijn leven. Ik heb me nog nooit zo eenzaam gevoeld als toen. Voor de operatie kreeg ik een SMS van mijn familie waar er letterlijk in stond: “je bent bezeten door de duivel. Er is nog tijd om je te bedenken. Dit is werk van de duivel”. Ik zei tegen mijn beste vriendin dat ik daar geen nood aan had. De dag erna werd ik geopereerd. Dat is niet hetgeen je wil horen.
Part 4: Bye bye tits!
“Ik werd wakker uit narcose en het eerste wat ik deed was voelen of mijn borsten er echt af waren. Ik was zo blij.”
De operatie duurde 2,5 uren. Ik werd wakker uit narcose en het eerste wat ik deed was voelen of mijn borsten er echt af waren. Ik was zo blij. Ik kon niet bewegen, ik kon niets. Jammergenoeg had ik een longinfectie opgelopen. Mijn ouders vroegen wel hoe het was, maar dat was zeer afstandelijk. Ik heb ze ook een week niet gezien, ik wou dat niet. Ik had er geen nood aan. Langs de éne kant had ik er geen nood aan. Langs de andere kant. Is dat het enige wat je wil: je moeder en je vader aan je ziekenhuisbed. Het waren eenzame nachten. Na 1 week was ik thuis. Het euforisch moment, was het moment dat ik in de spiegel keek bij een vriend waar ik logeerde. Het was een grote spiegel, van op de grond tot aan het plafond. Het was de eerste keer dat ik een hemdje aan had en dat paste ook. Er zat niets meer in de weg. Op dat moment heb ik een half uur naar mezelf staan staren. Ik had wel een heel groot, nasty litteken toen. Het was echt een puinhoop: littekens, blauw.
“Iets ervoor had ik ook besloten om mijn naam te veranderen. Ik ben niet altijd Sem geweest. Eindelijk kan ik mezelf zijn.”
De weken erna zijn mijn ouders wel op bezoek geweest. Ze waren oprecht geïnteresseerd en bezorgd. Ze vroegen of ik pijn had. Iets ervoor had ik ook besloten om mijn naam te veranderen. Ik ben niet altijd Sem geweest. Ook mijn voornaamwoorden zijn veranderd. Ik gebruik de voornaamwoorden die of hun, dat is genderneutraal. Voor mijn ouders was dat heel moeilijk. Zij hebben zoveel jaar geleden een kind geadopteerd, een “meisje”. En ineens verandert die persoon. Wel, eigenlijk blijft die persoon dezelfde, alleen zonder een bepaald lichaamsdeel en die naam. Dat moet inderdaad niet altijd gemakkelijk geweest zijn voor mijn ouders. Het contact is een tijdje verwaterd.
“Ik merk dat er heel veel mensen zijn die uit de kast willen komen, maar niet durven.”
Op dat moment heb ik het geloof ook volledig achter mij gelaten. Ik heb het wel nog een kans gegeven. In Gent ben ik eens naar een christelijke jeugdkerk gegaan. Maar vanaf het moment dat ik het woord ‘non-binair’ of ‘lesbisch’ liet vallen, was het al: “neen, daar doen we niet aan mee”. Relgie is daarvoor niet slecht en gender en religie liggen soms heel dicht bij elkaar, denk ik.
Ik heb een tijdje geleden ook meegedaan aan een tv programma, Taboe. Ik merkte dat er uit christelijke hoek veel reactie kwam. Goeie en slechte reacties. En ook veel reacties van mensen die zich herkennen in mijn verhaal. En toen besefte ik dat het goed is dat ik op dat vlak mijn stem laat horen. Zoveel jaar geleden zat ik in dezelfde situatie. Ik ben blij dat ik er zelf ben uitgeraakt. Want ik ga eerlijk zijn, dat was niet gemakkelijk. Ik merk dat er heel veel mensen zijn die uit de kast willen komen, maar niet durven. Uit schrik om uit de kerk gegooid te worden of dat hun familie hen zou verlaten.
Part 5: Mijn ouders noemen me nu ook Sem
In januari ben ik verhuisd. Mijn ouders zijn ook komen helpen. Mijn pa had een kastje in elkaar getimmerd en ik belde om hem te bedanken. Ineens zei hij: “Sem, graag gedaan.”. Dat drong niet door. Dat was één oor in, het andere oor uit. Mijn moeder komt aan de telefoon en vroeg of ik had verstaan wat hij zei. Ik begreep niet goed vanwaar het kwam. Ze vertelde dat ze, naar aanleiding van het tv programma, toch wat vragen hadden. Zoals: “hoe voel je je?”, “wie ben je eigenlijk?”. Dat gesprek wou ik niet langs de telefoon hebben.
“Ik ben heel dankbaar voor dat gesprek met mijn ouders. Ik zie die mensen graag en zij zien mij graag. Ik wil ook niet vervreemden.”
De week erna heb ik met hen afgesproken en hebben we 3 uur lang alles eruit gegooid. Eens echt eerlijk geweest, van ouder tot kind. Alle frustraties, vragen, dingen die we niet begrepen van elkaar. Waarom hebben we daar niet eerder over gepraat? We hebben gehuild samen, gelachen. Nu gebruiken ze ook de naam Sem. Ik zei dat ze niet beseften hoeveel dat deed voor mij. Gewoon de naam Sem gebruiken. Ik ben heel dankbaar voor dat gesprek met mijn ouders. Ik zie die mensen graag en zij zien mij graag. Ik wil ook niet vervreemden. Ik merk ook dat in hun geloofsbelevenis, dat er heel veel is veranderd. Sommige normen en waarden blijven dezelfde.
Mijn grootouders zijn totaal andere mensen, ze geloven nog altijd maar op een totaal andere manier, op een veel menselijkere manier. Het kan samen gaan. Je denkt vaak dat oudere mensen van de oude stempel zijn. Mijn grootouders hebben al zoveel meegemaakt, die zijn in de 80, dat ze zaken in perspectief zien. Wat gaat er voor? Het geluk van mijn eigen kleinkind? Of het feit dat er in één of ander boek staat dat je je lichaam niet mag veranderen?
Ik ben zorgkundige en werk met veel oude mensen. Die hebben een oorlog meegemaakt, als ik maar gelukkig ben, zeggen ze. Het is ook niet zo dat ik de deur openzwaai: “ik ben Sem, de non-binair die jullie komt verzorgen.” Maar ze vertellen soms zelf over hun kleinkinderen. Of zeggen dat mochten ze wat jonger zijn, ze het misschien ook hadden gedaan. Als ik merk dat er openheid is, dan vertel ik daar ook open over.
Mijn grootouders zijn er vanaf het begin geweest. Ze beseffen dat het leven kort is en geven mee dat ik gelukkig moet zijn en mezelf moet zijn.
Part 6: Alles kwam goed, ik ben gelukkig
“Ik heb ook momenten gehad dat ik dacht om er een eind aan te maken want ik zag geen uitweg meer. Maar er is altijd dat éne lichtpuntje, of die éne persoon waarvoor je wel wil blijven leven. ”
Vandaag sta ik als een rustiger persoon in het leven. Ik ben nog altijd energierijk, maar ik ben rustiger. De relatie met mijn ouders is goed en ik voel mezelf ook volledig goed in vel. Ik denk dat ik dat ook afstraal op mijn familie en vrienden.
Ik krijg soms de vraag of de weg met gender en religie ooit is afgelopen. Dan zeg ik altijd: “mijn operatie is misschien wel afgelopen en genezen en ik kan alles. Maar ik denk dat het iets is dat nooit stopt”. Je bent er toch altijd mee bezig.
Het is een doel in mijn leven om een stem te zijn voor mensen die die stem niet hebben of die mogelijkheid niet hebben. ‘t Kan echt shit zijn. Je hebt soms momenten dat je denkt dat je er nooit meer uitgeraakt. Ik heb ook momenten gehad dat ik dacht om er een eind aan te maken want ik zag geen uitweg meer. Maar er is altijd dat éne lichtpuntje, of die éne persoon waarvoor je wel wil blijven leven.
Hou dat in gedachten: het wordt altijd beter. 2 jaar geleden had ik nooit gedacht dat mijn ouders, hoe christelijk ze ook zijn, Sem zouden zeggen. Had ik dit interview 2 jaar geleden gedaan, had hier een volledig ander persoon gezeten. Dat wil ik iedereen meegeven: het wordt altijd beter.