Van kleins af aan, kende Nick geen liefde, geen genegenheid, geen warme thuis. Hij groeide op zonder moeder en een vader die kind aan huis was in de gevangenis. Na 9 jaar in de gevangenis komt het besef bij Nick dat het leven anders kan zijn. Hij werd opgevangen door Joyce, zijn vriendin, en bouwt samen met haar aan een warme thuis voor hun kinderen.

Bekijk de hele story

Bekijk de story in verschillende parts

Part 1: Geboren in een wieg van 2 drugsverslaafde ouders

“Ik ben van instelling naar instelling gegaan. Mijn vader zat in de gevangenis en mijn moeder was spoorloos.”

Ik ben in een wieg geboren van 2 drugsverslaafde ouders, waardoor mijn perspectief in het leven al direct werd beperkt. Door die beperking, ben ik direct terecht gekomen in jeugdinstellingen. Na mijn geboorte ben ik geplaatst in Hof Ter Linde, dat is een opvang voor de allerkleinsten omdat de ouders geplaatst zijn in een gevangenis of psychiatrische instelling. De eerste prikkels die ik binnenkreeg, waren witte muren, een gewoon bedje, geen liefde, geen erkenning, geen meerwaarde, geen moeder/vader die er was. Ik ben van instelling naar instelling gegaan omdat mijn vader continu in de gevangenis zat en mijn moeder spoorloos was. Je creëert hierdoor een emotioneel verstoorde ontwikkeling en je kan niet gepast reageren op normale zaken.

“En dan krijg je een consulent en ga je naar de jeugdrechtbank. Daardoor begin je dingen anders te zien en begin je haat te kweken. Je begint te radicaliseren tegen de maatschappij.”

Doordat je geïnstitutionaliseerd bent geraakt, vallen je sociale vaardigheden weg. En die heb je nodig om mee te kunnen draaien in de maatschappij. Je wordt van kleins af gestigmatiseerd waardoor je je minderwaardig voelt. Dat uit zich in rebels gedrag, dat is een vorm van aandacht. Positieve of negatieve aandacht, dat maakte op dat moment niet zoveel uit. Je bent daar omdat je een problematische opvoedingssituatie hebt en ze stoppen je in een kamer en rond je emoties en gevoelens doen ze niets. Je wordt in een hokje geplaatst en krijgt een dossiernummer. En dan krijg je een consulent en ga je naar de jeugdrechtbank. Daardoor begin je dingen anders te zien en begin je haat te kweken. Je begint te radicaliseren tegen de maatschappij.

Part 2: Ik had geen toekomstperspectief

“Je vindt drugsnaalden en ziet wapens thuis. Ik sliep ook meerdere keren op straat.”


Ik weet nog goed toen mijn vader vrijkwam, ik ging terug bij hem wonen. Maar het duurde niet lang voor hij terug in zijn oude gewoontes verviel. Ik was toen 10 jaar. Hij sloeg alles kapot. Ik vond dopjes met watjes en vroeg me eerst af wat dat was. Daarna vind je drugsnaalden in de kast. Je ziet wapens thuis. Ik moest van mijn vader Combats dragen. Iedereen droeg Fila of Nike. Ik was het zwarte schaapje van de drugsfamilie, met de drugsvader.

“Ik deed mijn 2de middelbaar niet uit. Op den duur wou er geen enkele school mij nog.”

Ik ging zonder boterhammen naar school. Ik kreeg geen tramticketje om naar school te gaan en hing aan de achterkant van de tram om maar niet te moeten zwartrijden. Zelf de leerkrachten hadden schrik van mij. Ik was echt onhandelbaar. Ik deed mijn 2de middelbaar niet uit. Op den duur wou er geen enkele school mij nog. Als ik daarop terugkijk wil dat wel zeggen dat ik een heel zwaar dossier was. Op geen enkele school of internaat in België nog binnen mogen omdat ik zo misvormd was door mijn jeugd, misvormd door mijn emoties.

“Ik heb als 12-jarige 20 keer op straat geslapen.”

Door mijn wieg heb ik nooit een toekomstperspectief gehad en ook niet de middelen, niet de juiste mensen rond mij. Ik was in de handen van de Bijzondere Jeugdzorg en eigenlijk hebben ze gefaald. Ik kan niet begrijpen dat ze me nooit volledig hebben afgenomen van mijn vader. Ze hebben mij altijd naar hem teruggestuurd. Ik vluchtte weg van thuis. De politie heeft me ooit gevonden tussen de sparren, ik was bijna dood. Ik had al blauwe lippen. In de winter heb ik nog in de kelder van een appartementsblok in de Muide oude kledingzakken opengescheurd om een beetje warmte te hebben. Ik heb in bushokjes geslapen. Ik heb 20 keer als 12-13 jarige op straat geslapen. Dat was omdat ik wegvluchtte van mijn thuissituatie. Toen de politie mij vond, brachten ze mij gewoon terug naar mijn vader.

Part 3: Ik was een crimineel

“Ik stak strafbare zaken uit waardoor ik mensen pijn heb gedaan en mensen zaken heb afgenomen. Dat was puur om te overleven.”

Eigenlijk was ik een crimineel. Ik stak strafbare zaken uit waardoor ik mensen pijn heb gedaan en mensen zaken heb afgenomen. Dat was puur om te overleven. Mijn vader kocht geen kleren voor mij, er was geen eten in de frigo, nooit eens een cadeautje gekregen, nooit een ‘slaapwel’. Ik moest op jonge leeftijd op straat rondlopen om eten te zoeken waardoor ik andere jongens leerde kennen die ook op straat liepen, aan het Van Beverenplein. Als je geen warme thuis hebt en geen eten, … Ik ben begonnen met mensen af te persen, in de winkels stelen en dan een inbraak in een huis. Ik denk aan een moment: mijn vader was 4 dagen weg en ik was op zoek naar geld of spullen om te verkopen. Achter het gasvuur lag een revolver. Ik heb dat genomen en ben samen met een andere vriend, die ook uit een slechte thuissituatie komt, naar buiten gegaan.

“Ik had geen normbesef. Ik stak het pistool nog meer zichtbaar in mijn broek, ik zat in een gangstersyndroom.”

Ik ging met hem naar een fuif. Er passeerde een man, toonde hem het pistool en nam zijn geld af. Ik stapte door en een beetje verder aan de Watersportbaan zat mijn vader te vissen. Ik ging hem zoeken. Toen ik hem vond, herkende hij mij niet. Hij was zo ver weg van de drugs en herkende zijn eigen zoon niet. In de verte zagen we lichten van de politie. Mijn vriend zei nog dat ik het pistool moest weggooien maar ik geloofde niet dat dat voor ons was. Ik had geen normbesef. Ik stak het pistool nog meer zichtbaar in mijn broek, ik zat in een gangstersyndroom.

“Ik wou het wapen weggooien waardoor de politie hun wapen op mij richtten. Ze hadden mij bijna neergeschoten.”

De politie blokkeerde ons langs alle kanten. Ik wou het wapen weggooien waardoor de politie hun wapen op mij richtten. Ze hadden mij bijna neergeschoten. Nadat ze mij hadden opgepakt, belandde ik in de gevangenis. Daarna hebben ze mij een aantal keren geplaatst.

Part 4: De eerste keer in de gevangenis

“Als ik kind was ik nooit gelukkig. Ik werd geleefd en met de vinger gewezen. Als je dat moet meemaken in je ontwikkeling, dan word je een tikkende tijdbom.”

Mijn vader was nooit kwaad, die vond dat precies normaal wat ik deed. Achteraf stoefte hij erover tegen zijn vrienden. Als je een vader hebt die zo een visie heeft over de opvoeding van zijn zoon, kan je niet echt de schuld in mijn schoenen schuiven. Als kind was ik nooit gelukkig. Ik werd geleefd en met de vinger gewezen. Als je dat moet meemaken in je ontwikkeling, in je pubertijd, dan word je een tikkende tijdbom. Moest je op mijn 16 jaar gezegd hebben: “hier heb je €1000, Nick en schiet hem af”. Ik schoot hem af. Er was niets in mij dat me bewust maakte over mijn leven, mijn toekomst, wat ik kon bereiken. Het enige wat ik zag was hondenstront, drugsnaalden, een lege frigo, wapens. Soms was mijn vader 5 dagen weg, geen moederliefde. Op mijn 18 jaar viel de jeugdzorg weg en dan stond ik daar. Wat moest ik doen? Mijn vader zat toen binnen en verbleef daarvoor in een kraakpand. Ik kon ook onder de brug slapen, maar ging naar dat kraakpand, terug in die vuile situatie. Er was geen stromend water en elektriciteit tapte hij af van de fabrieken in de Muide. Dat is geen plaats voor een kind. Daar mag een kind niet in opgroeien.

“Als ik niet met mijn emoties overweg kwam, sloeg ik tot het bloed uit mijn ogen kwam.”

Ik wou op bezoek gaan bij mijn vader. Aan de ingang van de gevangenis was er iets mis met de kastjes en ik kon mijn GSM er niet inleggen maar je mag niet met je GSM binnen. Ik moest mijn GSM terug in de auto leggen maar de tijd was te beperkt waardoor ik niet meer op bezoek kon gaan. Ik ben daar uitgevlogen en heb een machine in de inkomhal kapot gestampt. Ik ben met mijn blote vuisten op de ramen beginnen slaan.
De avond erop heb ik in Gent 15 ramkraken na elkaar gepleegd: raam inslaan, kassa meenemen, het geld eruit halen en naar het volgend raam gaan.
Ik werd opgepakt en naar Ekkergem afgevoerd. ‘k Heb mijzelf dan 2 blauwe ogen geslaan. Dat was een kreet naar hulp. Ik deed dat vroeger vaker. Als ik niet met mijn emoties overweg kwam, sloeg ik tot het bloed uit mijn ogen kwam. Als je mij toen met een zonnebril zag lopen, wist je hoe laat het was.

“Daarna zat ik ook voor de eerste keer samen met mijn vader op cel. Hij was daar kind aan huis.”

Ik ging toen voor de eerste keer naar de gevangenis en ik was daar niet bang voor. Voor mij was dat ‘een streepje bij’. Maar als 18-jarig kind de gevangenis niet angstaanjagend vinden,… Voor mij was dat een redding, iets heel normaal. Ik had het al in gedachten, ik was onbewust bezig met ‘in de gevangenis geraken’ omdat dat gekweekt wordt vanuit de jeugdinstellingen: het romantiseren van de gevangenis. Dan kom ik binnen en dan zeggen ze: “da’s de zoon van Rudy”. Ze hebben mij 8 dagen in het “kasjot” gezet en daarna een maand op secreet: een cel zonder tv, zonder iets. Dat was mijn eerste ervaring. Daarna zat ik ook voor de eerste keer samen met mijn vader op cel. Hij was daar kind aan huis. Hij kende een paar cipiers en regelde dat ik bij hem op cel kon. Daarna is hij op transfer gegaan naar Merksplas.

Part 5: 9 jaar gevangenis

“Opnieuw feiten plegen. Dat ging van kwaad naar erger en de feiten werden zwaarder en zwaarder. En op een bepaald moment, zijn je kansen ook op.”

Na 4 maanden hebben ze mij buiten gelaten onder voorwaarden. Het heeft niet lang geduurd eer ik opnieuw in oude gewoontes ben hervallen. Ik had nog altijd geen steun. Ik leefde het leven verder dat mij was aangeleerd. In de gevangenis waren er grote, sterke jongens, banditisme. En ik keek daarnaar op. Ik was 18 jaar en woog 90 kg. Ik deed 120 kg bankdruk, al van in de jeugdinstellingen en pompte daar al 1000 keer per dag. Ik was al het stereotype. En ging ik naar buiten en dacht ik: ‘nu moet ik een overval plegen. Nu moet ik nog iets zwaarder doen.’ Ik heb dealers overvallen, auto’s gestolen, ramkraken gepleegd. We waren heel roekeloos waardoor we snel werden gepakt. Ik kwam terug binnen in de gevangenis, ging terug op wandeling, begon met hen te trainen. De ideologie en de politiek is daar helemaal anders dan onze maatschappij. Je gaat daarin mee, je leeft daarin mee. Je komt buiten en krijgt een werkstraf. Ik was toen net 19 jaar. Mijn vader was net vrij en zat terug in dat kraakpand. Opnieuw niemand die om mij gaf. Opnieuw feiten plegen. Dat ging van kwaad naar erger en de feiten werden zwaarder en zwaarder. En op een bepaald moment, zijn je kansen ook op. Ik was een recidivist 2.0, zal ik maar zeggen. Ze geven je 9 jaar gevangenisstraf. Ik was 20 jaar. Tussen mijn 18 en 20 jaar was ik 4 keer binnen & buiten gevlogen. Ik stond met een werkstraf van 800 uren.

“Ze gaven mij de kansen wel maar ik pakte ze niet aan omdat ik niet ondersteund werd in mijn civilisatieproces. Ik ben volwassen geworden in de gevangenis.”

Ik werd ouder en begon in te zien dat de grote jongens groter waren dan mij. Ik had in de periode rond mijn 18 jaar ook een dochter gekregen. Ik had niets. Maïthe was het enige dat ik had. Ik zat in de gevangenis en de mama van Maïthe wou niet langskomen. Ze wou Maïthe ook afschermen van haar slechte vader. Dat was mijn eerste motivatie: naar buiten komen en een vader kunnen zijn voor Maïthe. Ik was via de jeugdrechtbank bezig om mijn dochter eens op bezoek te laten komen. Ik heb 9 jaar in de gevangenis gezeten maar ik heb maar 4 keer bezoek gekregen. Het kom niemand een worst schelen. Zelf mijn vader kwam niet op bezoek. Hij had me in de miserie geduwd door zijn levenswijze, ik vlieg 9 jaar in de gevangenis en hij vindt het niet belangrijk om eens bij zijn zoon op bezoek te komen. Ik was continu op cel. Ik zag iedereen bezoek krijgen. Ik wou altijd eens iemand op bezoek krijgen. Ik zat in Hoogstraten, een gevangenis met veel pedofielen. Die kregen alle dagen bezoek, zelf dagelijks van familie. En dan kwam dat besef dat ik puur door mijn opvoeding zo ben geworden en door dat er in de jeugdinstellingen niemand om mij gaf en dat er niemand zorg voor mij wou dragen. Ik nam het dan niet meer zo persoonlijk waardoor ik wat minder zelfdestructief ben geworden.  Je ontwikkelt verder en bent naar jezelf op zoek. Je hebt en psychosociaal dossier met een Sigmund Freud test van 900 vragen. Ik heb zelf een psychopathie test moeten afleggen. Ik verveelde me op cel en was benieuwd naar wat ze over mij schrijven. Je kan dat opvragen.

Part 6: Wie ben ik nu eigenlijk?

“Ik heb nooit mijn middelbaar kunnen uitdoen maar ik heb wel een diploma sportfysiologie en anatomie. Ik ken alle spieren in het Latijn.”

Mijn psychosociale analyse: beperkte empathie, directe agressie, onmiddellijke behoeftebevrediging, geen ‘neen’ kunnen aanvaarden, liegen.
Ben ik die persoon? Ik ben in dialoog gegaan en ze hebben mij uitgelegd dat er vanuit mijn context en jeugd zoveel antisociale gedragskenmerken ontwikkeld zijn, waardoor ik het profiel kreeg van een psychopaat. Maar op die test hebben ze gezien dat het puur door de wieg is dat ik zo gevormd ben. Er was nog hoop voor mij.
In de 8 jaar gevangenis heb ik mijn trainer B opleiding behaald. Ik heb nooit mijn middelbaar kunnen uitdoen maar ik heb wel een diploma sportfysiologie en anatomie. Ik ken alle spieren in het Latijn. Mijn cel hing vol met post-its. Ik had een doel en een passie. Ik wou altijd trainen en fitnessinstructeur worden. Ik was naar mezelf op zoek. Je bent bijna einde-straf en je krijgt de kans om naar buiten te gaan.

Part 7: Ik kreeg eindelijk liefde en erkenning

“Als kind heb ik diep vanbinnen gehuild voor een gezin, voor een moeder, voor een vader, voor liefde, voor warmte, voor eten in de ijskast, voor iemand die bezorgd is om mij.“

De sociale ontwikkeling maak je ook niet mee in de gevangenis. Je komt buiten en stuurt op Facebook naar alles en iedereen. Je bent op zoek naar een beetje liefde. Ik stond er opnieuw helemaal alleen voor. Ik had via de VDAB in de gevangenis wel werk gevonden in Ruiselede. Ik ging daar solliciteren bij een schrijnwerkersbedrijf en dat is mijn redding geweest. Daar zaten stielmannen, allemaal papa’s, geen criminelen. Ik begon daar respect voor te krijgen. Die werken 12, 13, 14 uren per dag. Die leven voor hun werk en hun gezin. Ik kreeg er sympathie voor en kreeg andere inzichten. Ik wou geen dief meer zijn. Ik heb meer respect voor mensen die voor hun brood en hun gezin hun handen uit de mouwen steken.

Ik leerde toen Joyce en Jayden kennen en ik was ook bezig met Maïthe. Dat begon ook positief te verlopen omdat ik werk had. Dat zijn allemaal kleine stapjes die ik genomen heb die uiteindelijk heel bevorderlijk waren. Het gezinsgevoel ervaren, dat ik nooit ervaren heb als kind. Als kind heb ik diep vanbinnen gehuild voor een gezin, voor een moeder, voor een vader, voor liefde, voor warmte, voor eten in de ijskast, voor iemand die bezorgd is om mij, iemand die iets gaf om mij en iets zag in mij.

Joyce was een beetje verliefd op mij en dan leerde ik haar kinderen kennen. Die begonnen mij vast te pakken. Dat heeft bij mij iets gedaan, dat wil ik niet meer kwijt.

Joyce: “Ik leerde Nick kennen op mijn 16. We zijn dan elkaar een tijdje uit het oog verloren. Hij was 28 als hij buiten kwam uit de gevangenis en dan heb ik Nick opnieuw leren kennen. Ik heb al een relatie achter de rug met een “bad boy”, iemand met een gevangenisverleden. Ik wou dat absoluut niet opnieuw want ik heb daar heel slechte ervaringen mee. Op je 16de klinkt dat stoer om daar een relatie mee te hebben maar als vrouw met 2 kinderen zocht ik wat meer zekerheid. Ik was heel afwachtend naar Nick toe. Ik sprak de eerste keer met hem af met de kinderen bij. Ik was al 5 jaar alleen.

“Nick heeft mij overtuigd dat hij een papa kan zijn, een man zijn met vast werk. Dat was heel belangrijk voor mij.”

Nick liet een heel goed gevoel na, betrok onmiddellijk de kinderen erbij. Hij gaf mij een gevoel van rust. Ik heb zijn verhaal gehoord over zijn vader en zijn verleden. Ik wist dat Nick niet die “bad boy” wil zijn. Hij is daarin geduwd. Nick heeft mij overtuigd dat hij een papa kan zijn, een man met vast werk. Dat was heel belangrijk voor mij. Ik woonde terug bij mijn ouders en wou niet afhankelijk van hen zijn. Ik wou een huisje en een gezin en verlangde daar naar. Met de kinderen erbij kon ik niet zeggen: “we proberen dat eens en als het misloopt, ga ik terug naar iemand anders”. Dat wil je niet voor je kinderen. Ik zocht standvastigheid en vond dat wel bij Nick. Ik ben blij dat ik die stap heb genomen en dat mijn gevoel mij toen niet in de steek heeft gelaten. Nick heeft moeilijke momenten, maar ik heb ook moeilijke momenten. Dat heeft iedereen. Maar criminaliteit, zie ik Nick nooit nog opnieuw doen. Hij wou ook nog een kindje, voor mij was dat heel moeilijk. Doordat hij al 2 jaar zo goed was voor mij en mijn 2 kinderen heb ik toch besloten om samen nog een kind te hebben. Ik heb daar nog geen seconde spijt van. Hij maakt geen onderscheid tussen de kinderen. Hij probeert een zo goed mogelijke papa te zijn.”

Tegen Jayden: “dat is voor jou je echte papa he”
Jayden: “ja”
Joyce: “heeft mama een goede keuze gemaakt?”

Jayden: “tuurlijk. Ik maak geen onderscheid tussen een echte papa en een stiefpapa. Nick probeert alles voor ons om een goed gezin te hebben.’

Part 8: Leven na de gevangenis

“Ineens kom je in een wereld waarin de wet van de sterkste niet meer telt. Het was moeilijk om mij aan te passen.”

Eigenlijk heb ik heel mijn leven de warmte van liefde gemist. En plots was dat daar en ik heb er mij aan vastgeklampt. En ik heb het nog altijd moeilijk. Als je zo lang hebt binnen gezeten, is het klimatiseren naar de maatschappij heel lastig. Je ligt continu met jezelf in de knoop. De 1ste 8 maand had ik geen nachtrust. Ik sliep, maar mijn innerlijke rust was volledig weg. Ik stond moe op. Ik viel in slaap in de camionette. Mijn collega’s vroegen zich af wat in ’s avonds allemaal uitstak. Ik heb in isolatie gezeten, prikkels van agressie meegemaakt, continu op je hoede moeten zijn in de gevangenis. Ik was daar een sterke jongen, dus dat trekt daar ook andere sferen aan. Je hebt daar altijd je reputatie hoog te houden. Ineens kom je in een wereld waarin de wet van de sterkste niet meer telt. Dat was voor mij heel moeilijk, om mij te kunnen aanpassen. Maar het perspectief van Joyce en haar kinderen… Eigenlijk is het Joyce die de trofee verdient. Zij heeft mij liefde leren kennen. Dat heeft mij veranderd. Dat heeft mij mens gemaakt.

Part 9: Ik zie opportuniteiten en kijk positief naar het leven

“Ik ga ex-gedetineerden helpen klimatiseren naar de maatschappij.”

Ik heb er 3 jaar over gedaan. Ik betaalde maandelijks €1000 schulden af en ben ondertussen schuldenvrij. Ik heb mijn slachtoffers vergoed. Kennissen van vroeger waren allemaal zelfstandig geworden, dakdekkers. Ik had wat ervaring van bij Schotte Franky. Ik had altijd de droom om een mooie auto te hebben. Als ik vroeger een mooie auto had, was het er één die ik had gestolen. Ik heb mijn BTW nummer aangevraagd en ben begonnen in onderaanneming bij vrienden. En zo heeft dat geleid tot passie voor het werk. Er zei iemand: “Nick, als je wil ondernemen, onderneem in iets dat je goed kan. Waar je de kwaliteit van kent. Dan ga je succesvol zijn.” Ik heb de kwaliteit om te anticiperen en te reflecteren op al die verstoorde emotionele ontwikkelingen van jongeren die ook in de verkeerde wieg zijn geboren, in een verkeerd systeem zijn terechtgekomen en eruit willen. Maar er is niemand die hen begrijpt en aanvoelt. Ik ben niet de enige die dat kan. Ik ga ex-gedetineerden helpen klimatiseren naar de maatschappij zoals ik. Ik wil hen ondersteunen want niet iedereen in de gevangenis is slecht. Er zitten veel slechte mensen, ik ga niet iedereen goedpraten. Maar er zitten ook mensen die niet de juiste steun hebben gehad.

“Ik zag een opportuniteit om iets positiefs te doen met mijn verleden.”

Ik heb Rebron, een VZW, opgericht. Zo moet ik ook niet de hele tijd stress hebben over ‘winst-winst-winst’. Ik wil het probleem voorkomen en aannemen bij de wortel. Die zit bij de Bijzonder Jeugdzorg. Die jongeren zijn nog kneedbaar. Maar ik ben er nog niet. Ik wil een jongerentraject op maat ontwikkelen met Jobroad. Ik kan van binnenuit, vanuit de gemeenschapsinstellingen, kijken wat hun kwaliteiten zijn en hen een bouwprojectje laten opstarten. Willen ze niet in de bouw, kijken we naar andere mogelijkheden. Er zijn veel kansen om van binnenuit te starten, zodat ze op hun 18de niet opnieuw wegvallen in het systeem. Eigenlijk moet je hun handje vasthouden. Tegen dat je dingen begrijpt zoals je die als een volwassen mens moet begrijpen, gaat er nog veel tijd over. Als je in die overgangsperiode die jongens niet begeleidt, gaan ze ook naar de gevangenis. En dan hoor je dat ze meer gevangenissen moeten bouwen. Maar zet je eens in op de wortel van de problematiek. In Nederland is er een buddycoaching systeem. Die jongens leren vanbinnen al iemand kennen en dat is een ervaringsdeskundige en buiten hebben ze die buddycoach ook. Als ze terugvallen in hun oude gewoonte, hebben ze altijd een belletje om aan te trekken. Daarom dat ik hier zit. De ideologie van ‘Littekens’ spreekt mij enorm aan. En met Rebron en als ambassadeur voor Jobroad voor mensen die reïntegreren en van een moeilijke achterstand komen, die moet je ondersteunen.

“Wat ik heb meegemaakt, mag niet voor niets geweest zijn.”

Ik kan niet alleen de wereld redden en dat wil ik ook niet, dat is onmogelijk. Maar ik ben mijn netwerk aan het vergroten om met verschillende partijen het probleem aan te pakken waar het nodig is. En dat is het verhaal van Rebron. Uit ervaringsdeskundigheid helpen daar waar het nodig is. En dat je met die zaken succeservaringen kunt doen laten voelen bij die jongeren. Dat gaat hen meer zelfvertrouwen geven doordat ze meer gemotiveerd zijn, meer zelf opportuniteiten beginnen te zien. Ze allemaal redden, dat kan niet maar ik ben er zeker van dat de goede zielen eruit gehaald kunnen worden.

(Visited 4.885 times, 2 visits today)

Zelf een story die je wil delen?

Contacteer ons

Steun ons

Word partner
Close